Hetty Site

Oude Notulen 8 –Tunesië, van Boeyenoord èn Maria der Engelen

Ik blader langzaam door de oude met zorg geschreven verslagen van onze voorgangers.
-Zo werd er met mevr. Huizing – Hadders meegereisd naar Tunesië.
-Ds Alkema was zijn tijd al voor en sprak over gelijkheid voor iedereen, welke geaardheid of huidskleur dan ook.
-Met de dames van de afdeling Angelslo gingen ze op excursie naar de AKU afd. Terlenka, het materiaal voor de toekomst.
-Ook mevr. Denker liet hen meereizen door Israël, dit keer met dia’s.
-In 1965 kwam de Militaire Geneeskundige Dienst laten zien hoe de mond op mond(eigenlijk neus)beademing in zijn werk ging.
-Ds. Van de Wal van de Boeyenoord Stichting kwam vertellen over de opvang van kinderen met een verstandelijke beperking. Ze werden niet zusters genoemd of verpleegsters die hen begeleiden, maar leidsters.
-En verder werden er heel veel spelletjes gespeeld, quizjes opgesteld, hersengymnastiek beoefend, verhalen verteld, gedichten voorgedragen en Bijbelse vragen gesteld.
In deze tijd kwamen er zo’n 22 dames op een avond.
-Al bladerend kom ik in 1974 terecht, op een avond waar een non Maria der Engelen uit Weiteveen was uitgenodigd die over haar leven kwam vertellen. Ze zag de taken van vrouwen verdeeld in huismoeders met de zorg voor man en gezin, en zoals zij haar taak had voor haar eigen bruidegom Jezus. Enigszins gepusht door de pastoor die haar zo knap vond dat ze met 7 jaar de hele catechismus al uit haar hoofd kende, voelde ze zich op haar 16e
geroepen tot de kloosterstaat. Al kwam ze uit een gezin van 9 kinderen, haar moeder had gehuild. Ze werd 42 jaar lang wijkverpleegster in een strenge orde die zelfs niet toestond om bij het sterven van haar ouders te zijn.
–De broer van mijn opa Eggink was met een r.-k. meisje getrouwd, werd ook rooms katholiek en kreeg samen met haar 10 kinderen waarvan 4 kinderen emigreerden en 2 meisjes het kloosterleven in gingen. Beiden ook in de verpleging. Ze waren de trots van vader en moeder. Ook zij zijn weinig thuis geweest, maar dan was het ook feest. De beide nichtjes hadden een regelmatige en bijzondere briefwisseling met mijn opa, hun oom Johan. Mijn opa Johan was ook opgegroeid op de Jaeger, het oudershuis van de Egginks. Een flink aantal brieven zijn bewaard gebleven. Ik heb ze gebundeld en uitgegeven met als titel: Brieven uit Barchem.—