Hetty Site

Over kersen en landwachters…

[i]Boerderij de Bergkappe, ook in de buurt van Weenk en ’t Geurken. Dit is waarschijnlijk de fam. Wentink. Zou die linker man een inwonend oompje zijn? Niet getrouwd was vroeger geen probleem. Je bleef gewoon bij je broer of neef op de boerderij. In onze buurt kennen we dat ook nog.
"t Hundjen mos d’r ok efkes bi-j op de foto.[/i]

Op een dag in juni 1944 gingen Gert en Mina Weenk met hun dochter Dina èn de fam. Bloemendaal naar de Betuwe kersen halen, een hele trip als je voor het donker thuis wilde zijn. Bij Pannerden kon je met de pont. Opoe bleef thuis met zoon Hendrik, dochter Gerda en de onderduikers. De man, Janus Rietdijk uit Rotterdam, weigerde voor de arbeidsdienst in Duitsland te gaan werken en was met zijn vrouw Anna en dochter Nelly bij hen ondergedoken. De dames hadden ravenzwart haar wat in deze tijd van jodenvervolgingen beslist geen voordeel was.
Juist deze avond, terwijl een deel van de familie met hun vrachtje kersen op de terugweg uit de Betuwe waren, kwam er een onverwachte overval. Tegen een uur of acht werd altijd de avondpap opgeschept en net ervoor was Bertus Noppen, onze onderduiker, nog bij hen op bezoek geweest en was op een haar na de landwachters misgelopen.
Ondertussen lepelden ze bij Weenk in de kökken de pap naar binnen, niet wetend dat achter hun huis enkele landwachters met bajonetten in hout- en stromijten staken en in kippenhokken en schuren snuffelden. Dit was door buren gezien.
Dan stormt een tiental zwartjassen de keuken binnen, sluiten hen in één kamer op en beginnen te vragen waar de boer is. Enkele kopstukken van de NSB waren hierbij aanwezig.
De fam. Beumer op ’t Noordink had in de gaten dat er bij Weenk wat aan de hand was. Dan komen daar net Mina met Dina aanfietsen met hun kersen. Gert Weenk was nog bij Bloemendaal en werd meteen gewaarschuwd en bleef die nacht bij het Olde- Rikkenberg. Maar Mina en Dina trekken de stoute schoenen aan en gaan naar huis. Mina gooit al haar tact in de strijd en voorziet de ‘heren’ ,die maar blijven zeuren waar de boer was, zelfs van koffie.
Waarom de landwachters de fam. Rietdijk met rust hebben gelaten is altijd een raadsel gebleven. Teleurgesteld druipt de horde uiteindelijk af. Eén van hen komt bij Bosch aan de deur en vraagt letterlijk:”Herman, wet i-j ok waor Gert Weenk is?” Waarop Bosch antwoordde:”Man hoe zol ik dat wetten?” Waarop hij fel antwoordde:”Herman, dat wet i-j wèl!”
Daarna werd de hele operatie afgeblazen. Dankzij de kersen en de attente buren heeft Gert Weenk wellicht een heleboel lastige vragen van de landwachters kunnen ontlopen.

[i]Ik weet niet precies wie deze gebeurtenissen beschreven heeft. Er zijn nl. een heel stel tekstschrijvers van het boek Linde in de Draaimölle:
Jan Bosch, Riek Havekes, Drikus Kettelarij, Han Pelgrum, Hendrik Pelgrum, Jansje Ruiterkamp, Hendrik Weenk en Henk Wullink.
En ik gok op degene die echt jong was in die tijd èn in die buurt woonde: Hendrik Weenk. Wie het weet mag het zeggen[/i]