Hetty Site

Over Rappold en een paraplu

Het is bijna 10 uur als we aan ons ontbijtje toe zijn. Er is uitgebreid gedoucht, de wond bekeken en goedgekeurd, de kippen gevoerd, Storm en Loeder eveneens. De laatste ook nog toegesproken want dat is me er een. Een kat kun je niet opvoeden. Als er maar ergens iets te snoepen valt is ie d’r bij.
Dan zetten we ons met een kop thee voor de pc om de kerkdienst in de Schepershof van deze afstand mee te maken. ‘Wie is die dominee?’, vraagt Wim me. Rappold ziet er blijkbaar anders uit dan wanneer je hem in het echt ziet. Wim zingt alles mee. We mogen graag naar deze ds luisteren, maar onthouden waarover hij preekt is een tweede. Iets over de profeet Micha en een stukje uit Lucas. Als ik het ga nalezen weet ik vast de strekking wel weer.
Wel bleef zijn korte verhaaltje bij me hangen dat hij voorlas voor hij aan het Avondmaal begon. Is al een preekje op zich:
Het regende verschrikkelijk en een man liep op straat in die stromende regen . Gelukkig had hij een jas aan en een flinke paraplu bij zich. Onderweg komt hij een jongen tegen, kletsnat zonder jas. De man heeft met hem te doen en geeft hem zijn paraplu.
De jongen is er blij mee en komt even later een oude vrouw tegen die hem vraagt of hij haar naar huis wil brengen. Hij heeft er geen zin in maar doet het toch omdat de man hem ook met een paraplu had geholpen.
De oude vrouw komt thuis en ziet een meisje voor haar deur zitten die haar vraagt of ze even mee naar binnen mag. Haar moeder is er niet. De oude vrouw heeft er geen zin in maar doet het toch omdat de jongen haar naar huis geholpen had die een paraplu van een man gekregen had. ‘Kom maar mee’, zegt ze, ‘dan zal ik je het verhaal van het tovervisje voorlezen’.
Het meisje gaat naar huis als haar moeder terug is. Haar moeder heeft vreselijke kiespijn en vraagt het meisje om die avond te koken. Het meisje heeft er geen zin in maar doet het toch omdat de oude vrouw zo vriendelijk was die door de jongen naar huis was geholpen die een paraplu van een man gekregen had. ‘Maar dan kook ik wel vis’, zei ze.
De vrouw gaat die avond uit en gaat dansen en heeft een mooie avond. Ze danst ook met een man. Als ze naar huis wil regent het nog steeds pijpenstelen. De man zegt dat hij haar met de auto naar huis zal brengen. Hij is met de auto want hij heeft geen paraplu meer, die had hij aan een jongen gegeven. Hij brengt haar naar huis en blijft een kopje koffie drinken en ze hebben een gezellige avond.
Ja, dat onthoud ik dan weer wel.