Hetty Site

Over zuivelfabrieken, de bolle en de K. I.

[i]Maartje 2, de productieve koe van Roeterdink.
Jan houdt de koe aan het touw terwijl vader Teunis en moeder Dina in hun zondagse kleren toekijken.[/i]

Al kijkend en lezend in [i]Linde in de Draaimölle [/i]kom ik allerlei leuke wetenswaardigheden tegen. Een dag of wat terug liet ik even plaatjes van de Zuivelfabriek in De Wiersse zien en ik lees nu dat dit de eerste in de buurt was, 1895, en dat pas later de fabriek in Vorden kwam. Tot dan werd er alleen door de boerinnen thuis de boter gekarnd en naar de Zutphense markt gebracht om te verkopen. Meestal werden dan andere huishoudelijke zaken weer mee terug genomen. De boterkarn op zuivelfabriek De Wiersse moest aanvankelijk nog met de hand bediend worden en dat gebeurde om de beurt door de melkrijders. Vanaf de Wiersse werd dan met paard en wagen de boter naar de Zutphense markt vervoerd. Bij warm weer vroeg dat nog wel extra aandacht, het gebeurde wel dat de gesmolten boter uit de wagen lekte. De Lindese boeren leverden hun melk later aan de, eveneens Coöperatieve, Vordense zuivelfabriek.
Nu werd er meer aandacht besteed aan het verhogen van de productie en er werd een fokstieren vereniging opgericht die de naam ’t Kieftskamp kreeg. Meneer van de Wall Bake was aanvankelijk de voorzitter. Ik weet niet anders als dat Koning op de Kostede de stieren had, net als de hengsten. Ik heb wat moeten aanjagen achter de koe in begin jaren 50 als pa met een koe naar de ‘bolle’ ging. Ik denk toch wel een half uur heen en dan een half uur terug. Het scheelde dat ik in de tussentijd bij Koning met Berdie kon spelen.
De veestapel werd langzamerhand steeds productiever. Maartje 2, een koe van Roeterdink presteerde het omstreeks 1975 om op 18 jarige leeftijd de 100.000 liter melk vol te krijgen met een gemiddeld vetgehalte van 3,82% en een eiwitgehalte van 3,24 % Haar vader was ‘Bernard’, eigendom van de stierenvereniging De Kieftskamp. Het werd gevierd door Maartje te huldigen en van een krans te voorzien en er volgde een receptie bij café Eykelkamp ’t Medler.
Toen de K.I. kwam, de kunstmatige inseminatie, was het gebeurd met dat heen en weer sjouwen met de koeien. Wel had pa later toen hij de ligboxenstal kreeg, en dus veel meer koeien, zelf een stier, Teun, waar onze jongens voor gewaarschuwd werden om er niet te dichtbij te komen. Toen Mark net geboren was en de oudste twee jongens bij opa en oma op De Boomgaard logeerden, kon Gerhard het niet laten om Rick in de brokkenkar er vlak voor langs te sturen wat telkens een geweldige brul bij Rick teweeg bracht.
Johan heeft het later ook nog eens geprobeerd met een stier, ik meen Brutus, tot hij Johan een keer knel had. Gelukkig was Jos in de buurt en liep het voor Johan goed af. Dat werd het einde voor Brutus. De volgende dag werd hij afgevoerd.