Hetty Site

’t Lange End

De zes zussen van de Boskamp,
van l naar r: Hanna, Dika, Heintje, Dina, Jo en Mies.

"[i]t Lange End”
– de weg van Vorden naar den Wildenborch-

Het lange end kent vele mensen
En vele mensen kent dat end,
Waar enkel boom en dennen groeien
Met slechts een enkele bank bekend.

Dat end is velen lief geworden,
Zo denk ik vaak en is ’t zo niet?
Hoeveel zou zij daar niet bewaren
Van alles, wat ze zag en ziet?

Maar plotseling is het end gebroken
Een huis verscheen uit ’t zand
En voordat men ’t zich in kon denken,
Stond er een huis in ’t dennenland.

Wel mogen wij daar niets van zeggen,
Een elk moet wonen toch,
En daar reeds overal gebouwd werd
Was “’t lange end” er nog.

Ik wilde dit alleen maar zeggen,
En raad geven wou ik enkel maar:
‘k Zag boven aan het huis een ledig plekje
Met de naam schijnt men niet klaar.

Wat zou zo’n huis dan ’t beste sieren?
Zou het deze naam niet zijn:
Als “ ’t lange end” daarin gebeiteld,
Of mocht geschreven zijn.

Wanneer dan daar in later jaren
Alles bebouwd zou zijn
En huis na huis daar op mocht rijzen
En de stilte verre zijn.

Dan zou een elk die naar dit huis keek
En “t Lange End” daar las,
Weer denken aan dat end van vroeger
Dat vol stilte en geheimen was……

Da. E. (Dina Eggink)[/i]

Ik heb dit gedichtje van tante Dina al eens laten zien lang geleden, ergens in 2008. Het haalde de krant in 1938 nadat Dina verongelukt was op weg met onze vader Hendrik Jan naar een nieuw dienstje in Baarn. Toen ze even van de motor waren afgestapt om de route te bekijken werd zij geschept door een slingerende aanhanger.
Pas plaatste ik het nog eens op de Faceboekpagina voor de Vordenaren. Daar kreeg ik veel leuke reacties op. Uiteindelijk ook van Marian, een kleindochter van Marie Pardijs van ’t lange End. Zij vertelde dat dit gedicht nog steeds een plek in de woonkamer heeft op ’t Lange End, waar nu Johan en Alie Pardijs wonen, en dat haar oma vaak vertelde dat de schrijfster van dit gedicht daar vroeger vaak langs kwam fietsen toen het nog een zandpad was. Zo zie je maar weer ‘Wie schrijft die blijft’.