Hetty Site

Vroeger….

Op “De Boomgaard” groeiden we op met veel planten. De mooie voortuin was indertijd aangelegd door de vader van pa die tuinman was op kasteel het Medler. Maar vooral waren er ook veel dieren. Juno was de waakhond. Die zat meestal in de ren met een hok erin. Het was een lichte herder. Echt te vertrouwen was hij niet. Ik heb er in elk geval een litteken bij m’n oog aan overgehouden. Voordat wij er kwamen wonen was hij ook geen kinderen gewend. Na Juno kwam Max en later Sacha.

De katten waren echte boerderijkatten. Muizen vangen…dat moesten ze. Die katten kreeg je echt niet te pakken. Pas toen later ons Miesje haar intrede deed op de Boomgaard werden ze wat aanhaliger. Ook hier moesten we ze telkens bij de melkzeef wegjagen tijdens het melken. Dat melken gebeurde begin jaren 50 nog helemaal met de hand. Ieder keer wanneer er een emmer vol was werd die door de zeef op de melkbus geschonken zodat er geen vuil bij kon komen. ‘Smerige katte’, riep opoe dan als ze weer een kat op de melkzeef ontdekte.

Ik herinner me de varkens die met hun slimme oogjes boven het hek uitkwamen kijken en de motte met keunen die tijdens de bevalling in een kevi lag om niet op de kleintjes te gaan liggen. Nooit gedacht dat dit zielig zou kunnen zijn voor een varken. Hier hebben ze zelfs nog buiten gelopen om lekker in de modder te kunnen wroeten. Bij pa hadden ze een goed leven.

Er waren 10 melkkoeien op een rij en wat pinken en kalfjes er tegenover naast de paardenstal, meer konden er ook niet in. Ze stonden ’s winters vast met kettingen aan een lerenhalsband, maar ze zagen er allemaal heel tevreden uit…vooral als ze gevoerd werden. Op de deel stond de mangelmölle. Die werd door een motor aangedreven en daar werden de mangels (voederbieten) in gesneden. Het rook er altijd lekker naar koe! Alleen wanneer er persvoer gevoerd werd was de geur….. wel wat minder aangenaam.

Op verjaardagen werd er wel lacherig over gedaan. Zo van…’A’j bi’j de dokter in de wachtkamer zit krieg i’j vanzelf de ruumte!’

In het voorjaar gingen de koeien naar buiten en begon de grote schoonmaak van de stallen en de deel. Eerst werd alles een dag in de week gezet en dan begon het schoon schrobben. De muren werden gewit en het onderste stuk van de muren werd mooi zwart geteerd. En als dan het hooi binnen werd gebracht rook het ècht heel lekker.

In de hoek op de deel was vroeger ook een paardenstal en daarnaast stonden de kalfjes. Die roken wel het allerlekkerst. En nee….schapen had pa niet, maar toen Henk en Johan opgroeiden kwam er wel een geit…Heidi, genoemd naar Heidi uit de bergen. En er is zelfs nog een pony geweest. Maar nee zo’n paardenliefhebber als pa was …. nee de beide jongens hadden niks met paarden. Van Johan mochten later Jos en Joanne alle sporten doen…. als het maar geen paardrijden was! En toen Joanne vader Johan probeerde om te praten riep hij Diny er bij: ‘Diny… vertel Joanne nog es hoe alderbastend zeer et dee toen ie van Vurose velen’.