Hetty Site

Wie lang leeft… kan veel verhalen……

Ik meen dat dit de keizerspinguïns zijn die we in Auckland -reis Nieuw Zeeland 2007- in het Aquarium zagen.

Gistermiddag kwamen we tijdens onze wekelijkse gang naar de supermarkt onze Rieks tegen met z’n vrouw, ook op jacht…. naar de wekelijkse boodschappen. We kennen elkaar van het beddenrijden voor de kerkdienst in het Scheperziekenhuis. Ze waren net terug uit Spanje, nijlpaarden wegbrengen of iets dergelijks. Rieks Scheve is de man die vanaf zijn vroege jeugd al in de Emmer Zoo gewerkt heeft. Al die ervaring mag hij nu overbrengen op de jongere generatie. Hij en zijn vrouw zijn nog steeds veel op pad voor veel dierentuinen, dieren halen, dieren brengen. Pas hadden de mensen in zo’n dierentuin twee jonge nijlpaardmannetjes niet bij elkaar in durven doen. Dat zou spektakel geven, zo dachten ze. Maar Rieks vond dat ze dat best konden doen, wist hij uit ervaring. En zo gebeurde het, ging prima. Een andere keer wisten ze niet hoe ze keizerspinguïns konden vangen. De snavels zijn zo scherp dat je vingers er aan gaan als je niet oppast. Maar Rieks deed ze voor hoe ze met één armbeweging ze te pakken kunnen krijgen. Tja… met meer dan 40 jaar ervaring in de Emmer dierentuin kan hij nu veel voor anderen betekenen. We stonden wat in de weg in de supermarkt, anders hadden we nog meer verhalen gehoord… En.. hij is een goed verteller.

Wie lang leeft kan veel verhalen…

Afgelopen dinsdag waren we bij tante Heintje. Ze zat echt op haar gemak te vertellen over haar jeugd. Over vader die met ome Berend zoveel land ontgonnen had dat hij van de baron van de Wildenborch als bosgrond gekocht had. Toen hij later het hout verkocht had dat er af kwam had hij z’n geld al weer terugverdiend en werd er De Boskamp op gebouwd en hadden hij en Berend allebei hun eigen plaats ontgonnen. Tante Heintje herinnert zich dat er lang een hele bult stobben heeft gelegen tussen De Boskamp en Braakhekke.
Opa Jansen was inderdaad een wat sjacherijnig man die weinig van de kinderen kon hebben. Maar ommoe, zoals opoe Jansen genoemd werd, was een lief mens die hield van zingen met de kinderen. Ze kende heel veel liedjes, maar opa vond het maar niks als ze samen zongen en bromde dat ze stil moesten zijn. “Och kinder…”, zei ommoe dan, “Gao maor met de rugge naor em toe zitten, dan hef e niks in de gaten. Hee is toch doof”. Ze vertelde over haar verkering met ome Koos toen ze op De Hut in De Steeg ging dienen. De zus van Koos werkte daar tegenover en zij ging wel eens met haar mee naar huis. Het had nogal wat voeten in aarde gehad voor ze echt geaccepteerd werd. En dat ze vaak naar huis had verlangd toen ze eenmaal getrouwd was, maar dat dat moeilijk was vanwege de afstand. Ze vertelde over haar gezellig gezin. Ooit vroeg ik haar of het niet erg druk was geweest met 10 kinderen. “Och”, zei ze toen, “Ik heb ze niet allemaol tegeliek gekrege”. Er vroeg eens iemand of het niet moeilijk was met zoveel kinderen. Dan zou er toch regelmatig ruzie zijn! Ze kon ze gerust stellen. Ook dat was niet aan de orde. Ik denk dat ze met opgewekte zin haar gezin bestuurde. Nog steeds is ze opgewekt al vindt ze het moeilijk dat ze niet mobiel meer is. Maar wil ze echt ergens heen dan regelt ze zelf een rolstoelbus en één van haar dochters en… ze gaat!

=========================================================================================================

Last Tuesday we visited tante Heintje. She told us about her youth. About opa, her father who cleaned that piece of wood he had bought from the Wildenborch. When he sold this wood afterwards he had already his money back and build the Boskamp and both, he and uncle Berend owned their own place at that time. Tante Heintje remembered the big hill of trunks and pieces of wood between Boskamp and Braakhekke.
Opa Jansen was not a very happy man, he was a grumbling old grandpa. The children made too much noise and he did not like their singing. Ommoe, the children called her like that, was a very pleasant and caring grandma. She teached the children a lot of songs and when opa was grumbling about it, she said: ”Och children… go and sit with your back to him so he can’t see you’re mouth. He is deaf”. And so they did.
Tante Heintje also told about how she met ome Koos when she was working at the Hut in De Steeg. His sister worked at the other side of the road and took her on a day off to the Middelkoops. It took a while before the family accepted her because of the big family with their small farm in the Achterhoek.
Actually she would like to go more often to her parents but it was a bit too far. Hanna was married before with Gerrit Voortman and came on that rather large farm. She did not like it she had nothing to bring in when she married. When tante Heintje married Koos she got a cow to bring with her to De Steeg ànd a carriage. When they were together in Home De Borkel in Gorssel Hanna talked about it with Heintje and that it has been so difficult for her during all her life. She told also about her cosy family. I asked her once if she had been very busy with her 10 children. She laughed and said: ”O.. but I didn’t get them all at once. Someone asked her about that large family. It must have been a lot of fighting with so many children, but she could ignore that. That was no point. I think she managed her family on a very pleasant way. And so she is doing now, however it’s difficult that she is not mobile any more. But when she really wants to go somewhere, she arranges a wheelchair bus and one of her daughters and … there she’s going…!