Hetty Site

Albert

Een foto van de Voortmans familie lang geleden. Zou deze Albert hier bij staan?

[i]Inderdaad Dinie Voortman meldt dat de man links Gerrits oudste broer Albert Voortman is. Bedankt Dinie![/i]
[i]
Opnieuw een ontroerende brief. Ik denk zelfs dat dit een van de laatste is van opa. Z’n handschrift is erg beverig geworden[/i].

Barchem 26-5 [i],en ik denk 1973.[/i]

Lieve allemaal,

Ik zou nog graag met Albert praten maar ik weet zijn adres niet. Wil je dit briefje een keer bij Albert brengen—-

Ja Albert ik kan medelijden met u hebben, maar nog meer met uw schoonzoon. Hij komt nog een keer voor grote zwarigheden te staan, zelfs zó dat hij zichzelf wel met puntdraad zou willen afranselen. Maar dan is hij op de goede weg want onze waarlijk Lieve Heer laat geen mens in de steek. Hou maar op kameraad, alles komt net als een kat op zijn pootjes terecht. Je zult het wel eens moeilijk hebben, maar wat de mensen je aandoen gaat wel voorbij. Zoals ik je zei, als ik rooms was zou ik alle dagen voor u bidden. Maar ja, ik heb geen rozekrans, dus daar komt niet van. Maar dat hoeft ook niet. Jij bent net als ik en alle schepseltjes geliefde kindertjes van Hem. Hij voelt zich verantwoordelijk voor jou. Je staat zodoende niet alleen. Hij wilde u en mij en allemaal zien zoals we zijn. Daarom, trek er je toch geen bliksem van aan. Wij hebben niet om het leven gevraagd, wij hadden ook wel in een Mohammedaans land geboren kunnen worden en dan hadden wij het er ook mee kunnen doen.. Nou ja. Ik takel wel af maar dat hoort er zo bij. Wij zijn eigenlijk overal bang voor. Begrijpen niet waarom alles zo moet wezen en moeten het maar nemen zoals het is. Ik voor mij geloof niet dat ik straks als een heilige zal rondlopen. Mijn lichaam weegt zo om de 95 pond. Maar wat doet dat? Het meeste water, dan nog wat kalk en meer van die dingen, maar met mekaar dooie stoffen en zolang wij dat bezielen lijkt het heel wat. Maar hoe kunnen wij dan verwachten als wij die dooie stof afleggen ineens zoveel heiliger kunnen zijn. Ik geloof er niks van. Mijn moeder zei vaak: Wij zijn onze lieve Heer maar één dood schuldig, maar wij zitten er maar mee. De dominees hebben het allemaal op een briefje, maar zij weten niks meer dan wij arme slobbers. Daar kan ik nog wel leedvermaak over hebben.
Maar een wondere toekomst gaan we met zijn allen tegemoet. Wij weten best dat wij onsterfelijk zijn. Wat zouden wij dan met ons geweten moeten doen?
Dag Albert, toch even met u gepraat, ik denk vaak aan jou.
Ik ben hier wel erg bevoorrecht dat ik niet genoeg waardeer.
Laten we maar zeggen: tot ziens. Ouwe Johan.