Hetty Site

Bart en Emma

Deze foto dateert ook uit die tijd en zal niet zoveel later genomen zijn.

Behalve de aardige brief die Jan en Jantje kregen ter gelegenheid van hun huwelijk van ene Bart en Emma, heeft tante Jantje ook deze brief van hen bewaard die gericht was aan de familie. Behalve het huwelijk van Jan en Jantje dat in aantocht is, zou ook Bram opgeroepen zijn om in Duitsland te moeten gaan werken.

Bilthoven, 1 juni 1943.

Lieve vrienden,

We ontvingen het kaartje van Jan en Jantje, hun voorgenomen huwelijk aankondigend. Van harte gelukgewenst hoor! Graag zou ik op de dag zelf aanwezig zijn om jullie de hand te drukken maar dat zal niet gaan. Daarom doen we het maar op papier.
Zouden jullie niet enige wensen kunnen schrijven zodat we iets kunnen sturen dat een plaatsje mag vinden in de “Nieuwe Boschkamp”. Of dat Bram iets zegt wanneer hij aan het eind van deze week komt.
Bram we verheugen ons er op dat je bij ons zult zijn. Ik hoop tenminste dat we jou een paar prettige dagen zullen kunnen geven. Je gaat toch niet voor het huwelijk van Jan weg, wel? ( naar de buren bedoel ik)
Ik hoop dat u allen het goed maakt. ’t Zal wel een drukke tijd voor u allen zijn op ’t ogenblik. Gaat het Jo en Dika ook goed met beide families?
Marjonneke wordt toch al zo groot. Ze loopt de kamer door langs stoele en tafels met zulke heerlijke onzekere pasjes en begrijpt ons nu ook al zo goed. Steeds rijker wordt het bezit van een kindje, steeds hechter de band die tussen haar en ons groeit.
Bart zou zelf wel geschreven hebben, maar hij kan zijn gedachten niet in goede orde op papier krijgen. Ik heb hem gezegd vader Eggink dat hij zelf maar eens met u moet praten in plaats van te schrijven. Misschien dat daar van de zomer wel iets van zal komen als wij dan tenminste nog met rust gelaten zijn. De dreiging van het geweld om ons heen komt steeds dichterbij. Toch verwondert het mij steeds weer dat wij mensen met al het verdriet om ons heen en in ons hart nog steeds over ’t algemeen zo opgewekt en blijmoedig kunnen zijn. Dat is het leven zelf natuurlijk die ons alles wat tegen zichzelf is doet vergeten. Hoe wonderbaarlijk is deze wet tot zelfbehoud toch. En toch is dit geen oppervlakkigheid, geen leegte. Zij die hun verdriet uitkramen en luid schreiend door de straten gaan behoeven niet de diepste geesten te zijn. Het zwaarst valt het om verdriet in stilte te dragen. Niet langer moet ik schrijven want ’t is laat en ik moet naar bed.
Onze hartelijke groeten en gelukwensen aan allen; en Bram tot ziens.
Ook namens Bart, uw Emma.–