Hetty Site

Buren

Wim loopt er even uit. ‘Ik loop effen naor Jans, zien hoever ik kom. Anders bel ik wel en mag ie mien ophalen’.
‘Kiek maor of ze d’r bunt, noe kan et nog’. Jans en Geesje komen ook bijna nergens en zijn heel voorzichtig in hun contacten.
Onze buren wonen net zover van ons af als vroeger op de Boomgaard. Iedereen was druk en je zag elkaar vooral als je iets te vragen of te melden had. Hulp bij rouw en trouw zoals dat heet. Als er een koe moeilijk melk werd. Ik zie nu hoe raar dat klinkt voor een buitenstaander. Voor als een koe moeite heeft om het kalf geboren te laten worden, is duidelijker. Dan was er even meer mankracht bij nodig. Of als de ratten bestreden moesten worden. Ik noem maar wat. En altijd was het eerste wat gevraagd werd:’Köpken koffie?’
Maar om gewoon even bij je buren aan te gaan , zomaar voor een praatje? Dat gebeurde niet zo gauw. Ze waren ook veel te druk. Op een gemengd bedrijf zoals de meeste boeren hadden, was altijd veel werk en was het ook handig om een opoe en opa in huis te hebben. Opa Bijenhof verleende nog veel hand- en spandiensten. Opoe verzorgde de pot, het eten voor buitenstaanders, en hield een oogje op de kinderen. Bij de buren was het opoe die de meester van school ontving want moeder was mee naar het land. We hadden de eerste jaren nog een meisje voor dag en nacht, Riek, ze was een deel van ons gezin geworden. En er was een jongen uit de buurt die als knecht goed werk verrichtte.
Dat is door alle veranderingen en modernisering in de landbouw en veehouderij helemaal veranderd. Geen gemengd bedrijf meer. Een veehouder doet het alleen net als een akkerbouwer. De vrouw van de boer heeft haar eigen werk, vaak ook buiten de deur. Wel gaat alles in ’t groot anders kan het blijkbaar niet uit. En dat zag ik allemaal in één generatie gebeuren. Het doet me plezier dat er nu meer rekening wordt gehouden met de natuur. De bloemen die ik vroeger langs de weg, de slootkant en langs de rogge plukte zijn allang verdwenen en ik hoop dat we nu een omslag gaan zien in het gebruik van meststoffen en het bestrijden van zgn. onkruiden. Ik mag hopen dat het nog op tijd is. Het is al mooi dat er langs wegen weer veldbloemen gezaaid worden, wat een prachtig gezicht is.

Buren

Buurvrouw bewondert bij ons de bloemen in de sanseveria.

‘Wat jammer da’k gien fototoestel bie’j mien heb!’ Wim heeft net een varkenspoot uit de erwtensoep in z’n handen en begint te kluiven. Onverwacht zitten we bij buurvrouw Wolterdina aan tafel. Na de boodschappen voor de verjaarsvisite morgen gaan we even bij haar aan om te vragen of we haar maandagmiddag even op zullen halen voor Wim z’n verjaardag. Zo vaak komt ze niet, meestal drinken we de koffie bij háár. Ik meestal op maandag aan het eind van de middag en Wim gaat bij haar langs als hij donderdags van de Voedselbank af komt. Nu zit ze niet alleen aan tafel, maar samen met Jans en Geesje. Geesje is gek op erwtensoep en ze hadden net geslacht. Dus de varkenspootjes worden gebruikt voor de erwtensoep, zoals het hoort. ‘Of we een bordje mee willen eten’. De soep ziet er heel aantrekkelijk uit en het ruikt als vroeger de erwtensoep van moeder Coba. Even later smullen we mee. ‘A’j hier erwtensoep et, dan mo’j der ok een poot bie’j opetten’, beveelt Jans en legt een poot op mijn bord. Het ziet er ook echt uit als een varkenspoot met nagel en al. Nee… ik hoef et niet. Dan krijgt Wim de laatste poot. Die verblikt of verbloost er niet van en pakt hem aan met beide handen en even later is ie verdwenen. Hij likt zijn vingers er bij af. ‘Ie bunt kats verwend’, vindt Jans. ‘Nemt een veurbeeld an Wim.’ En ik denk opnieuw: echt jammer dat ik m’n zak cameraatje niet bij me heb. En ook..: waar vind je nog zulke buren?