Hetty Site

De gestolen kleurentelevisie

Al eerder is er een verhaal geplaatst van rechercheur Leendert Lodder: eekhoorn verdriet. Soms heb je dat. Als je iets meemaakt waarbij je achteraf nog even om kunt glimlachen, dan moet je het opschrijven. Zo deed Leendert dat ook over enkele gebeurtenissen die hij meemaakte uit zijn Vordense tijd. Deze is uit 1979. Ik mag ze namens hem plaatsen en al lezende zag ik het voor me. Ik blijf me dan wel afvragen: wie wat waar? Maar dat blijft een geheim.

Gestolen kleurentelevisie

Op een mooie zomerdag ergens in 1979 kreeg ik als rechercheur een paniekerig telefoontje van een mevrouw die mij aan het verstand probeerde te brengen dat er zojuist bij haar was ingebroken. Ze woonde in een vrijstaand huis aan de rand van Vorden. Snel ging ik ter plaatse, want als er zo kort tevoren was ingebroken dan zou misschien een dader nog in de buurt kunnen zijn. Je weet maar nooit. Enkele minuten later arriveerde ik bij de betreffende huis. Mevrouw kwam me al hevig ontdaan tegemoet lopen. Ze troonde me in tranen mee naar de achterdeur van haar woning. Er was geen twijfel mogelijk; het slot was verbroken. Dat moest zo te zien voor de dader eenvoudig karwijtje zijn geweest, want het was zo’n simpel slot dat al los zou springen bij windkracht 5. Op m’n hurken zittend keek ik wijs naar de braakplek. Er zaten moeten (indrukken in het hout) in die wezen op het gebruik van vermoedelijk een schroevendraaier.
‘Is er nog wat weggenomen uit huis’ informeerde ik voorzichtig. Ja dat was het geval. Haar spiksplinternieuwe kleuren TV stond er niet meer. Zo’n apparaat was in die tijd een heel dure aanschaf. Wat er verder eventueel weg was kon ze nog niet goed bekijken. Ik mocht mee naar binnen en vroeg aan de vrouw wat zij zoal met haar vingers had beroerd. Dat bleek nog bijna niets te zijn, alleen de tussendeur van de woonkeuken naar de kamer, die had ze bij het openen vastgepakt. Voorzichtig liep ik verder en overzag de situatie in de woonkamer. Zo op het eerste gezicht leek alles nog op zijn plek; geen ravage wat je vaak aantrof bij een inbraak. Alleen de plaats waar de TV moest hebben gestaan, vertoonde een schreeuwende leegte. Ik waarschuwde de technische recherche en ging alvast wat notities maken in mijn opschrijf boekje, oftewel wat opschrijven in mijn notitieboekje. Mevrouw bleek die morgen rond negen uur met de fiets van huis te zijn vertrokken (haar man had al om 7 uur de woning verlaten om naar zijn werk te gaan). Om twaalf uur kwam ze terug en ontdekte de inbraak. De achterdeur stond nog op een kiertje.
‘Het was een nieuwe,’ zei de vrouw nog eens met nadruk om aan te geven hoe erg het was.
Nadat ik wat gegevens had genoteerd en haar verhaal had opgeschreven, sloot ik mijn boekje en deed het in mijn tas. De technische recherche zou die zelfde middag nog langs komen. Ik zou er dan ook bij zijn, verzekerde ik haar. In de tussentijd had ik de tijd om een buurtonderzoek in te stellen, want ja, midden op de morgen een inbraak plegen, dat zou toch wel eens gezien kunnen zijn.
Na het tweede adres kwam ik terecht bij de buren die links naast haar woonden. Ik sprak daar met een oude baas van rond de 75 jaar. Hij kauwde op een pruim, tuurde slim onder de klep van zijn pet en spoog af en toe een bruine rochel door de lucht die zwevend op de zojuist omgespitte grond nederdaalde. Ik vertelde hem waarvoor ik kwam en vroeg of hij die morgen soms wat verdachts had gezien bij de buren. Nou dat had hij niet. Hij had, toen hij in de tuin aan het spitten was, wel gezien dat een bestelauto bij de buren was gestopt. Hij had gezien dat de chauffeur naar de voordeur liep. Even later zag hij diezelfde man via het pad aan de zijkant naar de achter kant van de woning lopen. “Na ongeveer vijf minuten kwam deze man met de TV in de handen naar buiten”, verklaarde hij. Ik vroeg nog; “Zo, zien de buren vanavond geen TV?”
‘Nee’ had die man had al lopend tegen hem gezegd, “nee de buren zien vanavond geen TV” en hij had de TV in de bestelauto gezet en was weggereden. De oude man, hij ging er nog eens goed voor staan (de spa voor hem op de grond) en knikte een keer naar mij, alsof hij trots was dat hij dat allemaal nog zo kon reproduceren. Als afscheid rochelde hij nog even een fluim naar buiten.

Leendert Lodder.