Hetty Site

Wie wat bewaart…

Er zijn van die voorwerpen in ons huis die opvallen. Als je ze eens rustig bekijkt ga je je vanzelf afvragen hoe oud zoiets is en wat die in hun leven hebben meegemaakt.

Deze hutkoffer is een groot deel van zijn leven een onderdeel geweest van iemand die zuinig op hem was. Hij is van hot naar her gesleept en heeft heel wat verhuizingen overleefd. De eerste jaren bevatte de koffer alles wat een scheepswerktuigkundige bij zich wilde hebben tijdens zijn verblijf op een schip. Ach… eigenlijk  kan ik het beter de hutkoffer zelf laten vertellen:

–Ja, bekijk me maar eens goed. Ze noemen mij een hutkoffer. Zal wel komen omdat ik lang in een hut bivakkeerde aan boord van een schip. Ik zat vol met kleding, blauw en wit. En vaak deed mijn baas een greep in mijn binnenste op zoek naar pepermunt, sigaretten, een zakdoek of schrijfpapier. Ze sleepten me mee van de ene hut naar de andere en ik raakte gewend aan de mannenstemmen en het altijd brommende geluid van motoren.

Maar… mijn leven veranderde plotseling. Ik werd opgetild en nu was er geen brommend geluid van motoren meer. Nu was er een paar uur alleen getoeter en geluiden van auto’s.

Met een kwak kwam ik op een rustig plekje terecht. De blauw met witte kleding kreeg een nieuwe plek en ik kreeg een nieuw doel. ‘Daar kunnen we mooi de papieren herinneringen van onze bruiloft in bewaren’, hoorde ik. ‘En nog veel meer’. En zo werd ik gevuld met boekjes, fotomapjes en plakboeken. Ik hoorde geen gebrom meer. Nu kwamen er andere geluiden bij. Lachjes van kinderen, en gehuil, dit was andere koek dan in mijn vorig leven. Af en toe werd ik afgestoft en keken ze naar de namen die op mijn deksel stonden: W V D KOLK, Dorpsweg 4 Hattem.

En weer verhuisde ik mee naar een andere woonplek. Nu was mijn plaatsje boven aan een trap en hoorde ik bonk bonk bonk…, als iemand snel voorbij wilde. Ik kreeg hier een kussen op mijn deksel met de namen gelegd en daarmee weer een nieuwe bestemming. Ik deed nu zomaar mee in het leven van een echt gezin dat ik zag groeien.. 1..2..3.. kinderen. Ach… ik hield wel van leven in de brouwerij. Het was in elk geval veel beter dan dat gebrom op een schip.

Langzamerhand werd mijn binnenste gevuld met veel meer herinneringen, kunstwerkjes die de kinderen gemaakt hadden en speciale creaties die uitgeleend èn weer bewaard werden. Ik ben de tel wat kwijtgeraakt over hoe vaak ik in- en uitgeladen ben om weer naar weer een nieuwe plek te gaan. Maar het gekke was dat mijn plaatsje in huis steeds mooier werd, ik werd blijkbaar echt gewaardeerd. Soms stonden er mensen even stil bij mij, verbaasd kijkend. ‘Kijk toch…’, werd er vaak gezegd, ‘dat is nog de hutkoffer van Wim’. En af en toe wordt mijn deksel opgetild en voorzichtig de inhoud bekeken. De kinderstemmetjes  waren intussen allang volwassen mannenstemmen geworden. Na de laatste keer dat er met mij werd gesleept sta ik te pronken op een speciale plek,  in de huiskamer, een ereplaats zelfs. Ik heb nu zelfs een lekker warm gevilt schapenwollen dekje gekregen. En nog steeds is mijn binnenste tot de nok gevuld met warme herinneringen.