Opa heeft tot op hoge leeftijd de kippen verzorgd.
Ja, alles is anders. We wonen nu 4,5 km. van het dorp af in de buurtschap Linde. “s Morgens word ik door de broer van Riek, Henk Antink opgehaald om samen naar school te fietsen. Opoe is zó ongerust over het fietspad iets verderop dat vlak langs een laoke ( soort sloot )loopt, dat ze me ’s middags lopend tegemoet komt. Een dag later heeft vader Hein er een bouwwerk van latten omheen gezet. Maar steeds wordt er gezegd:”Niet bi’j de laoke kommen, want daor zit de bollebak in”. En dat moet wel zo’n afschuwelijk monster zijn!
En dan hebben we Riek, ons meisje voor dag en nacht. Riek is geboren met een hazelip en een open verhemelte. Een lieverd. In deze tijd zou ze allang geopereerd zijn. De eerste nacht in ons nieuwe bed worden Diny en ik wakker van een vreemd soort zingen in de kamer naast ons ”Lollollolalol”.
De volgende morgen vragen we:”Wat was dat veur raar geluud in Rieks kamer, mama?” “Och, kind dat is Riek, die lolt altied! Daor kan ze niks an doon.”
Opa is op “De Boomgaard” erg in z’n schik. Hij helpt graag, voert de kippen en is nu van heel veel zorgen af. Alleen zijn geliefde Koos, z’n Belg, kon niet mee en moest naar de slacht. Boven de slaapkamerdeur hangt een verzilverd hoefijzer van Koos met een mooi rose strikje er aan. En op de kast is een soort boekenlegger geprikt met de tekst: My times are in Your hand.
Opoe fietst niet. Dus is ze erg onthand. Wanneer ze naar een verjaardag gaat komt de dresseerkar voor de dag. Dan gaat opoe, dik ingepakt en de voeten in een met bont gevoerde voetenzak, op stap. Oom Wim in de Wildenborch is in februari jarig. Dan wordt het zwarte koetsje geleend bij buurman Lettink, zo eén met van die lantaarns aan de zijkanten. Heel chic!
Opoe heeft heimwee naar “De Haar”en ook haar zelfstandigheid denk ik. Maar ze kan lekker koken en verzorgt op “de Boomgaard“ de pot zoals het genoemd wordt. Bovendien houdt ze ons kinderen ernstig in de gaten. Ze is erg bezorgd, overbezorgd. “Niet op blote vuute….anders krie’j ’t an de blaoze. He’j wel een hemp an….anders krie’j rimmetiek. Laot oew niet nat règenen anders he’j zo een longontstekking te pakken”.
Opa fietst wèl. Die gaat iedere zondag naar de dienst. Daar wordt bijbel gelezen en één van hun doet de uitleg als er geen voorganger is. Opa werd gegrepen door de boodschap van een christelijke groepering, die ook in Vorden kwam evangeliseren. Ze hebben geen naam, maar voor mij is het de Zuid-Afrikaanse variant van de Noorse Broeders. De voorgangers trekken twee aan twee door het land om het evangelie te verkondigen zoals de apostelen dat in de vroeg-christelijke tijd ook deden en leven van giften en gaven.