Hetty Site

Even terug in de tijd.

Soms kijk ik even terug op dit blog om te zoeken naar bepaalde herinneringen en vond deze, te mooi om niet nog eens te delen. En ook omdat ik ze zo mis….

28 juli 2009- ‘Ik heb ‘et hier wel ezien’, zei Ben… vanuit Hattem, gisteravond voor de telefoon. Volgens mij begint hij ongedurig te worden. Hij loopt na zijn heupoperatie wel weer als een kievit, maar moet nog voorzichtig zijn met bepaalde bewegingen. Bovendien zijn er veel van de kinderen en kennissen op vakantie. Dus…? Straks komen Ben en Niesje onze kant op. Kunnen we samen een borrel drinken op Henry’s gezondheid, want die is vandaag jarig… nee nog net geen AOW!
Het was even rekenen om te weten wanneer we Henry het beste kunnen bellen. Hoeveel tijd is het vroeger in Canada? We hoeven hem op zijn verjaardag ook niet uit bed te bellen. Rick zou het meteen weten natuurlijk.
Na een leuk uitje naar het centrum van Emmen, een kop koffie bij Bertje, de favoriete pleisterplaats van Ben en Niesje tijdens de oppasvakanties, en een rondje winkelcentrum zitten we op het terras thuis met een een glas wijn en fris in aanslag om op Henry’s gezondheid te klinken. En dan bellen we! Ja… hij is al wakker en we krijgen hem en Tonny allebei aan de lijn. Het wordt vast gezellig daar. Vanmiddag komen Fred en Gera en de kids en vanavond nog weer andere kennissen.
Proost!
‘Trek eens een sprintje’, riep Mark naar Ben toen hij hem gistermiddag zag.
Tja… lopen gaat goed, maar zo’n sprintje…? Dat zal nog wel even duren.
Zo gauw Ben bij ons op de praatstoel zit gaat het al snel op z’n Hattems over een kabeltien en een motorregien. ‘Bie-j ons in Hattem löp d’r ene, al op leaftied, met zon kuifje met stekkeltjes en zon niejerwetse brille met van die breje zwatte ziedkanten. Gien gezichte! ’t Is net éne van de Zwaore Jongens uut de Donald Duck”.
Hij vertelt over ‘Dina de Profetes’, (weer één van die bijnamen uit het Hattemse) die in de kerktent op de Leemkule voorgaat net als de bekende Arie van der Veer die altijd tijdens zijn vakantie in Heerde een preekbeurt voor zijn rekening neemt.
Natuurlijk komt hun gezamenlijke jeugd voorbij. Ben doet verslag over het rondje op de step :”Wie-j deujen wie ‘t snelste dat rundtien kon maken… ie- wet wel, onder de Diekpoorte deur, de Kleine Grachte af, steegie in en bi-j de melkboer langs. Nee wie-j hadden nog gien hallozie met secondeteller. Wie-j tellen gewoon : een en twintig , twee en twintig…..En dat zu-j net zien… net toen ik met de kop op ’t stuur onder de Diekpoorte deur gung, leep door net de buurvrouwe met van dee wieje rokken, klederdracht nog, met in iedere hand een flesse melk. Ik zage eur agee niet en ree eur van achter precies tussen de bene. Pats, beide flessen kapot en een hoop geschreeuw . Zie-j kent mien vaste niet, dache ik. D’r bunt hier wel meer kinder. En ik grepe mien stuur en ging d’r vandeur umme mien rundtien af te maken. Maor toen ik thuus kwam in de Gasthuusstege ston buurvrouw al bie-j mien moe eur verhaal te doen”, zuchtte Ben.
De volgende dag ging ik naar Emmen om m’n paspoort op te halen. En toen zag ik ze ook…. Het mag misschien raar klinken, maar ik heb vaak aan de Zware Jongens uit de Donald Duck moeten denken, vooral wanneer er bij zo’n bril met brede zwarte zijkanten een stekeltjeskuif hoorde. Ben z’n schuld!