Hetty Site

Ge-Emmer

Terwijl onze jongens de tijd dat ze thuis woonden steeds onze streektaal hoorden, hebben ze zelf nooit een poging ondernomen om dit over te nemen. We spraken ook altijd Nederlands met ze, alleen tegen en met elkaar gingen we ogenblikkelijk over in het Achterhoeks en Hattems of… was het intussen wat gemengd. Een enkele keer deed Mark een kleine poging maar schoot er zelf meestal bij in de lach. Dat in zo’n klein land als Nederland zoveel verschillende talen zijn. De eerste keer dat ik uit logeren ging naar de familie Coenen in Groesbeek, -ze hadden aan het eind van de oorlog op de Boomgaard als evacués onderdak gevonden-, wist ik de eerste avond aan tafel met acht van de tien kinderen niet wat ik hoorde. Ik verstond er geen woord van. Gelukkig wende het snel en de volgende dag begreep ik er al iets meer van. En hoever ligt Groesbeek nu hemelsbreed van Vorden af. Ja toegegeven… de Rijn zit er tussen, maar toch!

En weet je wat ik zo leuk vond deze week toen ik naar een aflevering met Ivo Niehe keek die ons een stuk uit het leven van de twee muzikale jongens Lusse liet mee beleven? Deze jongens hebben Zuid-Limburgse ouders, woonden in het Gooi, maar spraken thuis gewoon de Limburgse streektaal. En dat doen ze onder elkaar nog steeds.
Ik vond even terug een boekje dat was uitgegeven ter gelegenheid van het 850 jaar bestaan van Emmen. Ze hebben toen zelfs nog een poging gedaan om stadrechten te krijgen, maar dat ging niet door. Er staan leuke stukjes en gedichten in. Om één ervan moest ik wel lachen… een gedichtje van Gerrit Hammink, oorspronkelijk een Twent. Hier komt ie dan:

Ge- Emmer

Sprak heer Joosten (uit het westen)
Tot zijn buurman Emmenaar:
“Och, het is een aardig dorpje
Maar wat praten jullie raar.”

Zei Jan Emmenaar tot Joosten:
“Tja… wij praot weln beetie gek,
Mar doar stiet weer teegnover
Dat, wij lult niet uute nek….”