Hetty Site

Het eet geen brood…

Wat was ik blij met het bezit van mijn eerste boeken. Dan tel ik niet de allereerste kinderboekjes mee want die zijn er niet meer. Maar ze zitten wel in mijn geheugen: het boekje over de veldmuis vond in het beukenbos. Ik zong het samen met opoe, moet dus al heel oud zijn.
Ik kan het warempel nog terugvinden op internet, was dus een
bekend liedje
Een veldmuis vond in ’t beukenbos een lege notendop
Hij poetste het met vochtig mos en zand een beetje op
Hij maakte er twee wieltjes aan en zei: "Mijn fiets is
klaar"
Nu rij ik van de heuvel af, zonder het minst bezwaar
Nu rij ik van de heuvel af, zonder het minst bezwaar
Hij deed zoals hij had gezegd en ging bij volle maan
Met fiets en al op ’t topje van de hoogste heuvel staan
Hij trok z’n pootjes op, en hup, daar ging hij naar omlaag
Da’s voor een muis in elk geval toch al een hele waag
Da’s voor een muis in elk geval toch al een hele waag
Maar halverwege… Auw! Daar kwam z’n staartje tussen’t wiel
De notendop sloeg om en om, zodat de veldmuis viel
Beneden liep hij hinkend rond, maar ’t allerergste was
De fiets bleef aan z’n staart geklemd, zo kwam de muis te pas
De fiets bleef aan z’n staart geklemd, zo kwam de muis te pas

En die van de haas die van een boer mee mocht liften op een kar met wortels waar dan natuurlijk niks van overbleef.
De boekjes van Piggelmee en ons abonnement op Donald Duck. Ik vond op de Boomgaard een fotoboek met foto’s uit de 2e WO van pa en het heel oude boek over de jonge eskimo Sip Su die nog van zijn broer Wimke was geweest.
Maar ik bedoel de eerste boeken die ikzelf verzamelde. Dat begon al met de serie van Goud Elsje van Max de Lange Praamsma. Pas las ik er nog eens in. Man man, zo mierzoet als dat was, maar ik vond het als tiener prachtig net als de boeken va Joop Ter Heul. Daarvoor ging ik naar sigarenman Hassink op de hoek van het Hoge. Daar mocht ik uit een gestencild boekwerkje een boektitel uitzoeken en dat ging hij dan opzoeken in een kamertje achter de winkel, allemaal bruin gekafte boeken met een nummer. De voorloper van de bibliotheek. Het kostte een dubbeltje per boek..
Ik begon pas echt te verzamelen toen ik een eigen kamer had en later met Wim van het ene huis, lees baan, naar het andere trok. Boeken met een achtergrond, met meer diepte. Sil de Strandjutter bv was een van de eerste. Ik ruilde ze geregeld met opa Eggink die er vaak een mening over had. En die werden allemaal dankbaar in die opgebouwde boekenkast van planken met stenen verzameld.
Nu hebben we dan twee muren gevuld met boekenplanken en heb ik een trapje nodig om er bij te kunnen. Vooral die boeken die boven het kunstig door buurman Alle getimmerde bed staan. Soort bij soort: tuin, handwerken, dieten, geschiedenis, vakantieinfo, Engeland.
Eigenlijk zijn er weinig boeken bij die ik nog eens ga lezen en zouden ze weg kunnen naar liefhebbers of de Kringloop. Toch heb ik moeite om boeken weg te doen omdat ik er ook herinneringen bij heb. Kennen jullie dat?
Wim heeft ook een paar planken vol en heeft er geen enkele moeite mee om er afstand van te doen. Uit is uit: James Clavell, Wilbur Smith, Harold Robbins, Mike Curtis en Dan Brown, zulke schrijvers. Oorlog, spionage, je weet wel…
En dan komt ineens de kreet van oom Paul bij me op die ook veel uit zijn winkel met beddengoed bewaarde voor je weet maar nooit: Het eet geen brood!

Foto: Deze staan op een moeilijk bereikbare plek. Wat wel bijzonder is…De bovenste drie planken zijn afkomstig van een bergroede van een hooiberg die het veld moest ruimen toen de melkstal op de Boomgaard gebouwd werd.

“Het eet geen brood”

Het dekentje van tante Catrien.

Wat kan een mens toch hechten aan bepaalde dingen of gewoontes. Als kind had ik m’n duim als troost in bange dagen. Henk had genoeg aan een overhemdje met kraagje, het liefst van flanel of een andere zacht stofje. De punt van zo’n kraagje pakte hij tussen duim en wijsvinger en friemelde er wat mee. Hij moet wel een pyjama met kraagje gehad hebben.
Gerhard had z’n onderlip die hij naar binnen zoog. En veel kinderen hebben hun knuffel, zoals Sascha, de kleindochter van Ben en Diny, haar Eppie. Ze zijn onafscheidelijk en menig ouder die vergeten is om de knuffel mee te geven bij een logeerpartij moet die nabrengen anders is het met het logeren gebeurd.
Soms gaat het ook om iets groters. Zo was Johan vroeger verknocht aan zijn gestikte deken, ook wel gewatteerde deken genoemd. Hij kon toen echt niet op vakantie zonder zijn gestikte deken. Die ging mee in de caravan…. samen met een zak aardappels.

"Het eet geen brood", was de gevleugelde uitdrukking van oom Paul. En dan ging het meestal om dekens, kussens, lakens en ander beddengoed. Wanneer dat overbodig geworden was nadat er weer een kind de deur uitgegaan was of nadat ze zelf verhuisden van Zoetermeer naar Hattem, werd er niets van dat alles weggedaan. Dat ging naar de zolder voor je weet maar nooit en dan sprak hij deze woorden: Het eet geen brood. En zo was dat. Het had nog wel wat haken en ogen toen tante Catrien uiteindelijk na het overlijden van oom Paul verhuisde naar een bejaardenwoning. Waar moest ze toch met al die dekens, kussens en gewatteerde dekens naar toe? Het werd een complete zolderopruiming. De hele familie profiteerde mee, iedereen mocht wat uitzoeken.
Wij hadden nog wel belang bij een gestikte deken, vond ik. Daar had ik goede herinneringen aan. Vroeger hadden we ’s winters toch allemaal zo’n gewatteerde deken over ons bed. Het voelde lekker zwaar en warm aan. Je raakte er gewoon aan verknocht.
Dat gestikte dekentje van tante Catrien doet nu al twaalf jaar trouwe dienst op ons logeerbedje beneden. Wanneer ik even een tukje doe, kan dat alleen maar onder deze deken. En hebben we een logé… dan is het een extra zachte ondergrond op de matras. Het is jammer, het begint te slijten. Ik denk erover om er een hoes omheen te maken, want dit soort gewatteerde dekens zie je tegenwoordig nergens meer