Hetty Site

Meer over het leven op De Boomgaard

Pa komt terug van de Premiekeuring met Vurose.

Wanneer er een koe melk moet worden (afkalven) gaat dat niet altijd even gemakkelijk. Wanneer we iets ouder zijn moeten we vaak helpen trekken. Dat mag alleen als de koe werkt (een wee heeft). Mama loopt dan meestal handenwringend voor de koeien langs: “Och, dat arme beest……Hein mo’j zolt hebb’n…Hein mot ‘er water komm’n” en dan weer naar de keuken en weer terug. “Hein, za’k Lettink mor bellen?” Als er problemen zijn, wordt de buurt nl ingeschakeld en als dat niet helpt de veearts. Ik heb er twee meegemaakt. Toorneman, die zo lang mogelijk met z’n pantoffeltjes aan achter de koe blijft staan ( meer gespecialiseerd in paarden) en Wechelaer, een spraakzame en gezellige man, die in de keuken zelf de kastjes opentrekt op zoek naar een handdoek met de opmerking:”Nog niet aan wasdag toe?”
En is het kalf er en is alles goed gegaan….dat is zo’n geweldig sfeertje. Je bent zo blij, helemaal als het ook nog een vaarskalf blijkt te zijn van één van de beste koeien! Het kalf wordt met stro drooggewreven en in de kruiwagen naar het kalverhok gebracht. Daar krijgt het de eerste biest.
Wanneer een zeug moet biggen moet er ook altijd iemand bij zijn. Keune vangen heet dat. De biggetjes floepen er gewoon om de 10 minuten uit. Je wrijft ze lekker droog en dan gaan ze in een kist. Wanneer ze allemaal geboren zijn (soms wel 14) gaat de motte in een kevie( lijkt op het Duitse Käfig), een soort houten kooi die moet voorkomen dat de moeder op de biggen gaat liggen en dan kunnen ze rustig bij haar drinken. Dan worden ook nog de tanden geknipt en wat later de beertjes gecastreerd. Daar wil ik nooit bij zijn. Ba!
Pa is een echte “Peerdekearl”. Bijna ieder jaar krijgen we een veulen bij Jonita of de opvolgers. Dat gaat meestal goed. Een paard redt zich er vaak alleen mee. Alleen als er iets echt mis is…dan moet de veearts er snel bij geroepen worden.
Pa is verknocht aan het Gelderse ras: een mooi stevig, maar ook sierlijk soort paard, een echt landbouw-rijpaard. Hij gaat er ieder jaar mee naar een premiekeuring. De middag ervoor worden de manen en staart gewassen en mooi ingevlochten en dan doet hij er met wollen draadjes mooie pluumpkes aan. En wat komt hij opgetogen thuis wanneer het weer een eerste premie of zelfs een stermerrie is geworden. Hij brengt voor ons altijd wat lekkers mee: een kam bananen, gerookte paling en een zak doppinda’s. Dan is het feest. Veel later bij de begrafenis van pa is het overweldigend druk. Jan Winkel, ook een paardeliefhebber maakt dan de opmerking: “Da’s weer een peerdekearl minder!”
Anton Korenblik doet bij ons het kalverschetsen en monsternemen van de melk, om o.a. het vetgehalte te bepalen. Ook het veescheren doet hij en als hij daar eens met ontbloot bovenlijf staat te scheren ontlokt het bij mama de opmerking: “Anton hef meer haor op de rugge as op de kop!”
Ja, die moeder van ons kon aardig uit de hoek komen.