Hetty Site

Opa en omoe Jansen

Op mijn website kan ik alles netjes onderverdelen in soorten: heden en verleden. Soms overlapt het elkaar. Dat gaat op mijn Facebookpagina niet. Mijn FB vrienden zullen af en toe wel denken: wat een zootje, ik kan er geen wijs meer uit worden bij de Achterhoekse in Drenthe. Maar ja… als je bijna 80 bent bestaat je leven en alles wat er in gebeurde ook uit veel verschillende periodes en ervaringen. Dus na de stukjes over de kippen en hun verstopte eieren komt dan zomaar onze overgrootmoeder in beeld, het laatste beeld van haar overigens. Hier zie je haar in het laatste jaar van haar leven. Opa vond zijn schoonmoeder een hele lieve vrouw. ‘Het was allene zo jammer’, vond hij, ‘zee had twee stule neudig om op te zitten’. Nu waren toen de stoelen toen nooit breder dan een ouderwetse keukenstoel maar zegt toch wat van haar omvang. Opa zelf was zo mager als wat en opoe was ook niet fors gebouwd. Tja…

Opa Eggink was eigenlijk een soort uitvinder. Hij was graag in zijn werkplaats en wist alles van elektra en probeerde van alles uit. Vaak moest hij geroepen worden als het melkenstijd was: ’Johan… de beeste mot emolken worden!’ En rukte hij zich weer los van zijn hobby. Hij was ook geïnteresseerd in fotografie en had voor zijn tijd al vroeg een fototoestel, waar ook Hanna graag gebruik van maakte. De eerste foto’s zijn uit 1928 en opa maakte foto’s van de hele familie maar ook met vriendinnen en aanhang. Dit zal een van de eerste foto’s zijn geweest van omoe Jansen en de nog jonge Bram.

Ons aller overgrootmoeder omoe Jansen, de moeder van opoe Eggink, zit hier bij de kippetjes achter het huis bij de Boskamp. Bram, de jongste van de Egginks staat er bij op. De foto is in zeer slechte staat, maar is de laatste van omoe die vlak erna in 1929 overleed. Henk Braakhekke heeft nog geprobeerd om er iets aan te verbeteren. ‘Niet best’, schreef hij toen hij hem terug stuurde.
Het was volgens tante Heintje een hele lieve opoe. Opa Jansen was veel chagrijniger, kon niet veel van de kinderen hebben. De meisjes mochten graag de versjes zingen die ze op school geleerd hadden maar dat was opa teveel. Omoe zei dan tactisch: ‘Och kinder… kiek de andere kante maor op a’j zingt… opa is toch doof.’