Hetty Site

Over taal….

Opa Bijenhof hielp graag mee op de Boomgaard.

Nee, vloeken was er vroeger bij ons thuis niet bij. Het ergste woord was verdikkemien van vader Hein als er iets heel erg mis was. Ook grove taal kan ik me niet herinneren, wel wat aardige uitdrukkingen van pa of opa. Als we weer eens lekker gegeten hadden zei opa Bijenhof vaak: ‘Zo… de katte geet ons niet meer met de mage lopen. En: ‘Buikje buikje wat heb je goeie dagen’. Of pa als hij me bezig zag met iets handwerk: ‘Een vrouwenhand en een peerdetand die staot nooit stille’. Je neemt blijkbaar ook iets mee al verhuis je naar een ander deel van het land. ‘ Dat zeg je altijd’, zei Mark me eens toen iemand mij ergens voor bedankte en ik antwoordde met:’ Daor zö’j ’t veur hebben’.
Toen we Jan Roeterdink op de Boomgaard als knecht kregen waren Diny en ik al pubers en was het af en toe wel lachen. Hij wijdde ons in als hij weer eens een meisje op het oog had: ‘ Jao daor zit teminste kant’n an’. Het was een nogal stevig meisje. Het is toch niet wat geworden. ‘Kö’j ok wel Engels Jan’, vroegen we hem eens. ‘O,jao zeker…. heur maor: I love you….. met de kop tussen de deure en dan maor drukken’. Of: ’I love you… met de poepert in de götsteen’. Ja met Jan bleef je lachen.
Ook bij Wim thuis werden er geen ruwe taal of krachttermen gebruikt. Als het menens werd zei moeder Siet enkel: potverdriedubbeltjes en dat was al heel wat.
Ik denk dat je dit ook weer doorgeeft aan je eigen kinderen.