Hetty Site

Liefzeerte

‘Wat hef je moe dan?’, vroeg ik buurman Jans. Mijn Achterhoeks heeft zich intussen al enigszins aangepast aan het Drents. In Vorden zouden ze zeggen: ’Wat hef oew mooder dan?’ Hier hebben ze het ook over hun mamme en pappe. Klinkt wel lief.
‘Ach… moe hef liefzeerte’, antwoordt Jans. Daar moet ik even over nadenken. Liefzeerte…. ?
‘Ja liefzeerte…. Van binnen is de boel in de warre, piene in ’t lief, hef ze’ en Jans voelt even aan z’n eigen buik om de plek aan te wijzen. Tja… hoe noemden wij dat vroeger. ‘Piene in de boek hemm’n’ , piene in ’t lief’ of bij kinderen ook wel: ‘He’j piene in ’t buuksken’? Gelukkig is de liefzeerte weer over en is buurvrouw Wolterdina weer in haar gewone doen. Ze is intussen wel 90 jaar geworden en dan is ’t gebeurd met hazen vangen zoals Henk Siebring dat laatst vertelde. Hij was vroeger de boer waar Rick stage liep. Hij had last van een gevoelig been. Hij mocht graag jagen en dat is dat een geëigende uitdrukking voor een jager als de beentjes niet meer zo goed mee willen werken. We kregen indertijd wel eens een lekkere haas voor de Kerst. Behalve dat hij een kundig boer was had hij ook de gave van het woord, hij kon mooi vertellen en ook schrijven. Toen zoon Willem de boerderij overnam verhuisde hij met Annie van de Hankenberghoeve naar een appartement in de Emmerhout, huurde 700 m volkstuin, schreef gedichten en korte verhalen onder de naam Geert Hanken en was een voorbeeld voor de buurt bij het opruimen van afval in het winkelcentrum. Hij heeft al eens geëxposeerd in de Voorhof met zijn verhalen- en gedichtenbundels. Een aantal gedichten hadden we ingelijst zodat de mensen ze gemakkelijker konden bekijken. Maar als er weer eens schilderijen aan de expo-wand hingen liep hij er straal langsheen. ‘Ik holle niet zo van schilderieën’, was zijn enige commentaar. Tja… de ene mens is de andere niet.

Ik mis haar… mijn lieve buurvrouw Wolterdina (r). Hier nog samen met zus Jantina op de foto.

Liefzeerte

Buurvrouw Wolterdina met haar zus Jantina.

‘Wat hef je moe dan?’, vroeg ik buurman Jans. Mijn Achterhoeks heeft zich intussen al enigszins aangepast aan het Drents. In Vorden zouden ze zeggen: ’Wat hef oew mooder dan?’ Hier hebben ze het ook over hun mamme en pappe. Klinkt wel lief.
‘Ach… moe hef liefzeerte’, antwoordt Jans. Daar moet ik even over nadenken. Liefzeerte…. ?
‘Ja liefzeerte…. Van binnen is de boel in de warre, piene in ’t lief, hef ze’ en Jans voelt even aan z’n eigen buik om de plek aan te wijzen. Tja… hoe noemden wij dat vroeger. ‘Piene in de boek hemm’n’ , piene in ’t lief’ of bij kinderen ook wel: ‘He’j piene in ’t buuksken’? Gelukkig is de liefzeerte weer over en is buurvrouw Wolterdina weer in haar gewone doen. Ze is intussen wel 90 jaar geworden en dan is ’t gebeurd met hazen vangen zoals Henk Siebring dat laatst vertelde. Hij was vroeger de boer waar Rick stage liep. Hij had last van een gevoelig been. Hij mocht graag jagen en dat is dat een geëigende uitdrukking voor een jager als de beentjes niet meer zo goed mee willen werken. We kregen indertijd wel eens een lekkere haas voor de Kerst. Behalve dat hij een kundig boer was had hij ook de gave van het woord, hij kon mooi vertellen en ook schrijven. Toen zoon Willem de boerderij overnam verhuisde hij met Annie van de Hankenberghoeve naar een appartement in de Emmerhout, huurde 700 m volkstuin, schreef gedichten en korte verhalen onder de naam Geert Hanken en was een voorbeeld voor de buurt bij het opruimen van afval in het winkelcentrum. Hij heeft al eens geëxposeerd in de Voorhof met zijn verhalen- en gedichtenbundels. Een aantal gedichten hadden we ingelijst zodat de mensen ze gemakkelijker konden bekijken. Maar als er weer eens schilderijen aan de expo-wand hingen liep hij er straal langsheen. ‘Ik holle niet zo van schilderieën’, was zijn enige commentaar. Tja… de ene mens is de andere niet.