Hetty Site

Familieperikelen

Dan komen de familieverhalen aan de beurt. Tante Rimie was een kleurrijk figuur, de goedheid zelve. Ze had alleen de pech dat ze de eerste jaren met man ome Drikus, die schoenmaker was, en ik neem aan ook haar eerste kind in de verbouwde schuur achter het ouderlijk huis van haar man woonde. Daarin woonden behalve schoonpapa ook zwager Anton en schoonzus Hennie. Iedere wasdag werden bij Rimie de wasteilen van tante Hennie uit de keuken gehaald en na de was kletsnat en druppend weer opgehangen. Tante Rimie had daar toch zo’n hekel aan. Voorzichtig er iets van zeggen had geen zin. “Ik kan ze nergens anders kwiet. Ze hebt hier altied ehangen”, was steevast het antwoord van tante Hennie.
Rimie vertelde haar ergernis aan tante Marie, een andere schoonzus. Die was heel wat mans, een heerlijk mens. Ze regeerde haar gezin met 5 jongens met vaste hand. Ze adviseerde tante Rimie:“As ik oe was Rimie en ze hangt oe die natte teilen weer in de keuken…. dan donderen ik de hele boel d’r af."
De volgende wasdag hingen er weer van die druipende teilen in het keukentje van tante Rimie. Nu ging de anders zo meegaande Rimie door het lint. Ze zag de druppels naar beneden glijden en water op de grond, dacht niet meer na en volgde het advies van Marie letterlijk op en donderde de hele boel met veel kabaal naar buiten. Ik heb me laten vertellen dat het toen even erg heeft gespookt op het erf.
De rust keerde gelukkig gauw weer en Hendrikus en Rimie kregen al snel een huis aan de Zandkamp en waren de ergernissen over.

Foto: 1998 op mijn verjaardag werd deze foto gemaakt om naar Gera en Fred in Canada te sturen. Ik weet niet meer of dat ook gebeurd is. Dan maar bij deze….

Familieperikelen

Het huis van de familie van der Kolk waar in het linker gedeelte oom Anton en tante Hennie huisden met een tijdlang daarachter in de schuur tante Rimie en ome Hendrikus. En aan de rechterkant woonde na 1956 moeder van der Kolk met haar vier jongens. Vader Gerard is dan al overleden.

Dan komen de familieverhalen aan de beurt. Tante Rimie was een kleurrijk figuur, de goedheid zelve. Ze had alleen de pech dat ze de eerste jaren met man ome Drikus, die schoenmaker was, en ik neem aan ook haar eerste kind in de verbouwde schuur achter het ouderlijk huis van haar man woonde. Daarin woonden behalve schoonpapa ook zwager Anton en schoonzus Hennie. Iedere wasdag werden bij Rimie de wasteilen van tante Hennie uit de keuken gehaald en na de was kletsnat en druppend weer opgehangen. Tante Rimie had daar toch zo’n hekel aan. Voorzichtig er iets van zeggen had geen zin. “Ik kan ze nergens anders kwiet. Ze hebt hier altied ehangen”, was steevast het antwoord van tante Hennie.
Rimie vertelde haar ergernis aan tante Marie, een andere schoonzus. Die was heel wat mans, een heerlijk mens. Ze regeerde haar gezin met 5 jongens met vaste hand. Ze adviseerde tante Rimie:“As ik oe was Rimie en ze hangt oe die natte teilen weer in de keuken…. dan donderen ik de hele boel d’r af.
De volgende wasdag hingen er weer van die druipende teilen in het keukentje van tante Rimie. Nu ging de anders zo meegaande Rimie door het lint. Ze zag de druppels naar beneden glijden en water op de grond, dacht niet meer na en volgde het advies van Marie letterlijk op en donderde de hele boel met veel kabaal naar buiten. Ik heb me laten vertellen dat het toen even erg heeft gespookt op het erf.