Hetty Site

Operatie zwembroek

‘Ik heb mijn zwembroek nog niet… anders kan ik het water straks niet in.’ We zitten aan tafel noten te doppen. Ons voorraadje walnoten was op en ze zijn zo lekker op de kwark met vruchten ’s morgens. Er stond nog één mand vol van de afgelopen herfst en daar zijn we mee aan de gang gegaan.
‘O die pak ik zo wel uit de kast boven’, zei ik tegen Wim. Hij begon al bedenkelijk te kijken. Er moet hier vaker gezocht worden naar iets waarvan ik denk dat het gewoon klaar ligt in een kast.
Toen hij zich terugtrok voor zijn middagslaapje ging ik die zwembroek even pakken…. Dat had ik gedacht. Geen zwembroek in de kast, ook niet in de andere 6 kasten en laatjes, niet in de badkamer, niet in het halletje waar onze voorraad daagse kleren is opgeborgen en niet in de fietstas van zijn fiets waarop Wim al 15 maanden niet gefietst heeft.
Dat wordt in elk geval vanmiddag geen zwembad. We wilden even de route verkennen… gehandicaptenkleedkamer, de ingang naar het recreatie bad die mooi langzaam schuin afloopt met twee goede steunen en de kluisjes die open en dichtgaan met je polsbandje.
Ik ben er compleet vervelend van. Ken je dat als je dag niet verloopt zoals je dat in gedachten had. Ik ben al bekaf van het doorzoeken van alle hoeken en gaten en heb veel onvindbare voorwerpen teruggevonden. Maar nee… geen zwembroek.
Dan bedenk ik ineens dat ik ‘me de kop niet gek laat maken’ door een zwembroek. We gaan gewoon een nieuwe halen. Twee zwembroeken is altijd handig. Ik moet zelf ook een nieuw badpak, al te lang uitgesteld. Het wordt gewoon een middagje shoppen. Het zal vast niet heel druk zijn in deze coronatijd.
Wim doet net zijn ogen weer open. ‘Hebben we die zwembroek niet weggegooid? Hij was helemaal doorzichtig geworden op het zitvlak…’
Tja… nou weet ik het weer.

Operatie zwembroek…

Tante Gerritje zei eens terwijl ze Mark z’n schoolfoto zag toen hij een jaar of 9 was: “Wat liekt den toch op oe”! Ik heb dat vroeger nooit zo duidelijk gezien. Maar nu ik die schoolfoto van mij weer zie, snap ik haar!
Mama zei wel eens: “Kiek toch es….Mark zet de bene net zo neer as Wim”. Dat zag ik toen ook. Ach ieder kind is een mengelmoes van voorouders van beide kanten.
Van Gerhard werd gezegd dat hij een echte van der Kolk is. In Aalten ging ik bij mensen op bezoek met hem en die zeiden:"Je kunt wel zien dat het er één van jou is…hij heeft dezelfde ogen"!
Toen Rick net geboren was zag ik eerst z’n vrij uitgesproken neus: een echte Egginks-neus dacht ik nog. Nu is het een keurige neus geworden. En….. hij heeft z’n eigen droge humor net als Wim. Ooit zei Wim eens in een vakantie in Badenhard toen Rick niet door wilde eten met z’n Brinta: ”Rick….die is zo lui…den mo’j de pap nog in de bek spieën”! Zonet belde Rick even: "Het is hier operatie zwembroek"! Hij doelt op de verwarming die even hoog is gezet nadat Wim de boel bij hem ontlucht en bijgevuld heeft. Moet je wel snappen!
Toen Mark opgroeide ontdekte ik dat hij zich net zo gedroeg als ik vroeger, maar dat ik dat later niet meer durfde. Hij zegt gelijk wanneer hij iets niet wil of dat hij er anders over denkt. Gerhard lijkt qua karakter veel op Wim…doortastend als het nodig is en trouw, maar zegt niet alles wat hij denkt.
Toen Johan vroeger als peutertje van de keldertrap viel..liep mama huilend de andere kant op om pa te roepen en opoe raapte hem toen op. Ik zie hem nog zitten met tranen in z’n oogjes en een groot verband om z’n hoofd bij opoe op schoot. Ik loop ook het liefst weg bij dat soort ellende.
Wim niet. Die pakt gelijk aan….doet wat gedaan moet worden. Gerhard ook.
Toen we in Hengelo aan de Marnixstraat woonden was ik in de ban van wol spinnen en verven met natuurlijke materialen. Ik leerde hele klassen spinnen met de spintollen die Wim voor me gemaakt had.
Van Johan en Joke kreeg ik een hele zak met bladeren van de walnotenboom. Daarmee kreeg de wol een hele mooie bruine kleur. Die bladeren moesten eigenlijk eerst gedroogd worden, want ze waren nat en dan zou de boel gaan schimmelen. Dat deed ik dus in de oven van het gasfornuis op een heel lage stand.
Even later keek ik even. Daar vloog toen gelijk de boel in brand. Ik gilde: ”……O..o…. brand…de bladeren”. Gerhard was toen denk ik 11 jaar. Hij liep naar het fornuis …deed de ovendeur dicht en draaide het gas uit! Wat was ik blij met hem!