Om nog even in vroeger tijden te blijven vond ik dit stukje terug…
‘Kunt iele nog een paar gasten gebruken, wie-j kunt ze niet meer hebben’. Door de brand bij familie kregen de Wagenvoorts van ’t Timmermanshuus hun eerste zomergasten. Overal in de Achterhoek zag je dit. Het toerisme kwam op gang… de Achterhoek was ontdekt. Ook op ‘Top’ in de Wildenborch waren er vaak ‘zommergasten’, wel druk maar het was ook altijd gezellig en je kreeg allerlei mensen over de vloer. Er werd in winter of voorjaar een advertentie geplaatst in Trouw: Vakantie op de boerderij, kamers met str. wat, 6 gulden p.p.p.d. Een van de nieuwe gasten informeerde aan de telefoon: ’Het is toch wel een echte boerderij?’ Hij bedoelde nog een echte ouderwetse, met een pomp voor de deur en een huuske. Het was een gezin uit de gegoede stand, hij had later nog zitting in de 2e Kamer. Aan het ontbijt moesten zijn kinderen de eerste boterham met tevredenheid naar binnen werken. Dat ging moeder Wagenvoort wel wat ver.
Ieder jaar kwam er na het vakantieseizoen een nieuwe wastafel op een kamer en ook het boerenbedrijf had voordeel van deze extra inkomsten. Met lede ogen zag deze logé aan dat er een echte w.c kwam met waterspoeling en ook die wastafels vond hij niet nodig. Wassen deed je bij de pomp. En het huuske had zijn charme, vond hij.
Op het Timmermanshuus stonden in die tijd nog een paar ouderwetse tuugkisten, van die kisten waar vroeger het hele hebben en houden van een meid in ging. Ze hadden al heel lang op de deel gestaan toen moeder Wagenvoort ze in het voorhuis wilde hebben. Ze waren mooi versierd met houtsnijwerk en hadden een deksel die van boven rond was. Erg onhandig om iets op te zetten, vond ze. Ze had iets bedacht om deze kisten handiger in ’t gebruik te maken.
Zo werden ze in een winter opgeknapt. De deksel werd plat gemaakt door een timmerman en kreeg een gleuf om er borden voor de sier rechtop in zetten en aan de voorkant van de kist kwamen een paar deurtjes waarachter je dingen kon opbergen.
Toen het gezin de zomer erop terug kwam en de beste man zag wat er met de antieke tuugkisten uit de 17e eeuw was gebeurd, kon hij nog net uitbrengen: ’Mevrouw Wagenvoort,…. dat had u nou niet moeten doen’.